Volgens mijn collega Marie Rose Morel moeten 4/5 van de parlementszitjes afgeschaft worden.
De redenen die zij opgeeft zijn voor een deel correct. 1,5 jaar parlement en wat stel ik vast? De afwezigheden in commissies en plenaire zijn schering en inslag, over alle fracties heen. De kranten dienen voor een groot deel als inspiratie voor een vraagje om uitleg, een interpellatie. Check de gazet en check nadien de parlementaire vragen. Nogal wat discussies gaan over… tja… niets. Een beetje zoals radio, wat oeverloos gelul. De besluitvorming is traag, de administratie torenhoog. De parlementaire initiatieven? Ja, dikwijls één zinnetje in een commissie om toch dat “streepje” te krijgen want je mond opentrekken zonder een gefundeerde mening is al genoeg om als actief genoteerd te staan. (Ik ben al lang voorstander van een inhoudsanalyse van initiatieven i.p.v. een kwantiteitsanalyse)
Tot zover de correcte argumentering.
Moet je daarom het parlement met 4/5e verkleinen? Er zijn teveel parlementen in ons land: kamer, senaat, Vlaams, Waals, Frans, Duits …het kan inderdaad met wat minder. In het kielzog van die parlementen heb je natuurlijk nog een veel grotere groep politieke aanhang en vulling; kabinetten, medewerkers, diensten, administraties enz… Een optelsom van al die jobkes overstijgt het personeelsbestand van een multinational.
Stel, je brengt het Vlaams parlement terug tot 25 volksvertegenwoordigers. Wie gaat zetelen? Diegenen met de meeste stemmen? Of diegenen die door de partij daar worden gezet? Heeft dat afgeslankt parlement dan evenveel ‘machten’ als een voltallig zoals vandaag? Zouden we onze “democratie” niet verder uithollen en nog meer macht geven aan de partijen? Stel je kiest voor de meeste stemmen…je zult nogal wat profilering zien in media. En zelfs in dat systeem zullen de partijbonzen wel eerst zichzelf in de zon zetten en misschien aanvullen met een vriendje, zoon of dochter van, slaafje...of simpelweg een stemmentrekker. De beroepspolitici (die dikwijls tegen de instroom zijn van al die nieuwelingen, ander soort ‘politicus’ en BV-geweld…) zullen wel juichen. Minder democratie en meer partij? We leven vandaag zelfs niet meer in een democratie maar in een particratie.
Het probleem dat zich stelt is dat de volksvertegenwoordigers veelal herleid worden tot een stemmachine aan het handje van een partij. Het is in het voordeel van een partij dat een groot deel van die volksvertegenwoordiger in de pas loopt, financieel afhankelijk is van zijn/haar mandaat en liefst niet teveel karakter heeft om af te wijken, een eigen mening te formuleren enzovoort… Trouwe soldaten. Legislatuur na legislatuur, in alle stilte. Alle partijen werken al decennia lang bij voorkeur volgens dit systeem.
Is er genoeg politieke kwaliteit in de parlementen? Ja. In de strikte zin: politieke kwaliteit. Mensen die kiezen voor politieke jongerenpartijafdelingen, vakbonden, ex kabinets-medewerkers, partijmedewerkers die als beroepspolitici in spé kunnen opklimmen in de hiërarchie met als ultieme beloning… een parlementszitje. Daar knelt nu net het schoentje. Er zijn te weinig volksvertegenwoordigers die niet politiek zijn en meer ervaringsdeskundige, technisch, specialisten, beroepservaring… zo je wil. Het politieke ivoren ‘wereldvreemde’ torentje.
In mijn specifieke domeinen (media, e-maatschappij, digitalisatie) vecht ik maand na maand tegen mediadecreten die een optelsom zijn van achterhaalde politieke visies. Bricollagedecreten. Optelsommetjes van jarenlange politieke compromissen. Wetsartikels om politieke invloed te hebben, behouden en uit te bouwen in een Vlaams medialandschap. Mediapolitiek.
Met de regelmaat van een klok kom ik tussen in de commissie met toekomstgerichte kritiek in een poging het debat in de commissie los te weken en andere nieuwe invalshoeken aan te bieden. Het zijn geen dovemansdiscussies. Ook al ben je oppositie en is onmiddellijk resultaat niet meetbaar, de dynamiek die je invoert is wél merkbaar.
Weet je. Nogal wat mensen hebben kritiek op die nieuwkomers. Neem nu minister Kris Peeters voor de CD&V. Je kunt zeggen wat je wil maar ik vond het een dappere en goede keuze van de CD&V. We zullen wel zien of hij een degelijk rationeel beleid kan uitbouwen. Menig nieuwe niet beroepspoliticus is al heel snel vertrokken uit de wetstraat, moegetergd door de beroepspolitici die uitblinken in politieke spelletjes en gemeenheden. De voet knelt in de schoen bij het democratische karakter van een dergelijke beslissing… want ook hier… beslist een partij, niet de kiezer.
Vreemd hé. Het is een haatliefde relatie die ik met politiek heb. Om de media te willen depolitiseren en te strijden voor absolute vrije meningsuiting moest ik… in de politiek stappen. Eén van hen worden. Met alle voor -én nadelen. Regelmatig hoor ik het gefluister dat ik ‘geen échte politicus’ ben. Da’s misschien waar. Bespaar me het statuut beroepspoliticus. Ik heb liever een combinatie, zoals nu. Politiek én multimediasector, tussen de mensen én in de wetstraat, praktische problematiek én theoretische decretale kaders.
Volksvertegenwoordigers aller partijen zouden eerst moeten beginnen om één per één in het parlement op te komen voor hun mening. Maak er terug een dynamisch forum van. Ga in tegen de reglementen en voorschriften. Protesteer bij elke beknotting van het statuut volksvertegenwoordiger. Probleem vandaag is dat je wel een brede medewerking zou krijgen maar zoals bij veldslagen ga je een aantal volksvertegenwoordigers zien die de vlag hijsen, ten strijde trekken, omkijken en zien dat ze niet gevolgd worden omdat de troepen blijven hangen in de buurt van het partijhoofdkwartier.
Democratie is het minst erge systeem maar ook niet het beste. Meer macht in handen leggen van minder mensen beschouw ik als een omgekeerde beweging. We kunnen wel beginnen met het afschaffen van het federale parlement en de bevoegdheden overhevelen naar de gewesten en gemeenschappen.
Dat lijkt me wel iets… en dan heb je meteen minder parlementsleden...
Reacties