Persbericht SP.a 9 maart 2007
Mogen politieke partijen ‘internettelevisie’ uitzenden. Die vraag is de jongste tijd wel meer gesteld. Voor Dany Vandenbossche(sp.a), voorzitter van de commissie Media in het Vlaams parlement, moeten de Vlaams mediadecreten aangepast worden en hier duidelijkheid rond scheppen. “Politieke internettelevisie moet kunnen” vindt hij. “Dat verbieden is niet meer van deze tijd”.
Voor de gecoördineerde Vlaamse mediadecreten is internettelevisie een zogenaamde “televisiedienst”. En in Vlaanderen is een van de voorwaarden voor zo’n televisiedienst de onafhankelijkheid van een politieke partij. “De passage in de mediadecreten over de zogenaamde televisiediensten is er gekomen bij de omzetting van een Europese richtlijn in de vorige legislatuur” herinnert Vlaams volksvertegenwoordiger Dany Vandenbossche (sp.a) zich. “Het was jaren geleden heel erg moeilijk om de impact van de toen opkomende ‘televisiediensten’ in te schatten. We zijn toen heel streng geweest, strenger dan Europa voorschreef.” Maar de evolutie is bijzonder snel gegaan. “De laatste tijd ging zowat iedereen het internet gebruiken als een medium om eigen bewegende beelden op te zetten. Dit is een technische en maatschappelijke evolutie die we anno 2007 niet kunnen negeren.” Vandenbossche wil daarom tot een oplossing komen voor het huidige probleem. “Ik ben bereid de nodige initiatieven te nemen om politieke internettelevisie mogelijk te maken” concludeert hij. “De huidige situatie is niet van deze tijd. Bovendien hebben we nood aan duidelijkheid. Dat is nu allerminst het geval.” Zowat alle partijen hebben al voorzichtig geëxperimenteerd met internetfilmpjes, maar het was daarbij niet altijd duidelijk of het echt om ‘televisie’ ging. Om van televisie te kunnen spreken, moet er sprake zijn van ‘programma’s’ die samengesteld worden en waar een redactie aan te pas komt. Maar het is evident dat het verschil tussen sommige video-weblogs, podcasts, live streamings van gebeurtenissen en zogenaamde echte ‘programma’s’ vaak bijzonder onduidelijk is. “Als we het decreet niet aanpassen, blijft er een grote grijze zone en kan de discussie blijven duren”, besluit Vandenbossche.