'De islam woekert hier als een roos op een mestvaalt'
Journalist Arthur van Amerongen leefde undercover tussen de moslims in Brussel Voormalig Midden-Oostencorrespondent en oorlogsreporter Arthur van Amerongen leefde een jaar lang undercover als onderzoeksjournalist in het streng-islamitische milieu van Brussel en schreef er een polemisch boek over.
'Ik vind dat een boek moet stinken.' Door Serge van Duijnhoven Arthur van Amerongen (1959) leerde ik kennen in Sarajevo tijdens de Bosnische oorlog. Een gedreven journalist, die zich diep engageerde met zijn onderwerp. Hij sprak vloeiend tal van talen en trok dag en nacht op met de lokale bevolking, onderwijl het journaille in de chique hotels mijdend als de pest. Elf jaar na onze ontmoeting in Sarajevo, liep ik Van Amerongen onverhoeds opnieuw tegen het lijf. Binnenkort zou hij naar Brussel verhuizen om zich te wijten aan een strenge opleiding voor imams en islamitische godsdienstonderwijzers. De zolder die Van Amerongen in Brussel betrok, was al snel geheel behangen met islamitische parafernalia, gebedsinstructies uit de Koran en een grote kaart van de Brusselse agglomeratie, waarop met punaises de plekken waren aangeduid die voor zijn onderzoek van belang waren. Het was duidelijk dat het Van Amerongen ernst was met zijn poging om tot de bodem van het streng-islamitische milieu in Brussel door te dringen. Hij begaf zich dagelijks naar de Al Khaira-academie, waar hij samen met bebaarde Maghrebijnse jongens en gesluierde meisjes lessen volgde in islamitische theologie. Gedisciplineerd oefende hij de salat, het gebed, en de woedoe, de rituele reiniging die daaraan voorafgaat. Hij at halal, was geheelonthouder en hard op weg een vrome moslim te worden. Alles verliep voorspoedig, tot hij op pijnlijke wijze met zijn verdrongen calvinistische geloofstrauma werd geconfronteerd. Resultaat van zijn calvarie is het verpletterend openhartige boek Brussel: Eurabia.
In feite is Brussel: Eurabia een zeer persoonlijk, gedramatiseerd vervolg op de reportagereeks Kasba Amsterdam, over Marokkanen in Nederland na de moord op Theo van Gogh, die Van Amerongen in 2005 samen met Loes de Fauwe in Het Parool publiceerde, en waarvoor beiden de Nederlandse Prijs voor de Dagbladjournalistiek ontvingen. De instinctieve sympathie voor de Marokkaanse bevolking in Amsterdam, die in de met veel humor en inlevingsvermogen geschreven krantenserie nog zo duidelijk voelbaar is, maakte in Brussel plaats voor gevoelens van verkoeling en onbehagen. Brussel: Eurabia geeft een allerminst flatterend portret van de streng-islamitische gemeenschap in Brussel. Maar ook de hoofdstad zelf komt er niet genadig af. In zijn preambule omschrijft Van Amerongen het als volgt: "Brussel: een wonderlijk amalgaam van peepshows, peeskamers, frituren, kebabzaken, slijterijen, staminees met zatte hoerenlopers, islamitische boekhandels en illegale moskeeën. De islam woekert en gedijt hier, als een roos op een mestvaalt.
Vanwaar de keuze om, na Amsterdam, Brussel onder de loep te nemen?
"Brussel is een anonieme stad. Een kwart van de inwoners is moslim, als je de illegalen meetelt. Toch wordt er maar heel weinig gepubliceerd over de islam in België. Kort na 9/11 bezwoer de Belgische regering haar onderdanen dat er geen enkele dreiging bestond van terroristen. Inmiddels is wel anders gebleken. Brussel is wel degelijk een sluimerend bolwerk van moslimextremisten. De Belgische gevangenissen zitten vol met terroristen: Youssef Belhadj, betrokken bij de aanslagen in Madrid en een van de belangrijkste leiders van Al Qaida in Europa. Nizar Trabelsi, voormalig profvoetballer in de Duitse Bundesliga, beraamde aanslagen op een Belgische legerbasis, de Amerikaanse ambassade in Parijs en de Philipstoren in Brussel. Tarek Maaroufi rekruteerde Belgische moslims voor de jihad, onder wie de moordenaars van Ahmed Sjah Massoud, de leider van de Noordelijke Alliantie in Afghanistan. De twee daders waren van Tunesische afkomst en woonachtig in Brussel. Ook Noureddine el F., een van de veroordeelde leiders van de Hofstadgroep, had jarenlang een huis in Brussel. In de gevangenis kunnen 'sjeiks' naar hartenlust zieltjes winnen. Het laat zich raden wat er met die ex-gedetineerden gebeurt als ze weer op vrije voeten zijn. Ik ben ervan overtuigd dat veel gematigde moslims in de stad weten welke geloofsgenoten subversief zijn, het zijn elkaars buren en de sociale controle is enorm. Maar uit angst of sympathie zwijgt de gemeenschap als een graf."
In zijn boek beschrijft Van Amerongen hoe verontrustend hij het vindt dat zijn collegegenoten van de Khariya-academie de toekomstige generatie godsdienstonderwijzers in België zullen vormen. Hij stond versteld van de minimale kennis die zijn medestudenten hadden van het land waarin ze woonden. Vrijwel niemand onderhield contact met niet-moslims. Toch waren dit nog de wat meer sociaal ingestelde geloofsgenoten, die de moeite namen een studie te volgen aan een instituut. De echte extremisten kwam Van Amerongen tegen in obscure zaaltjes waar lezingen werden gegeven. Jongemannen die de erkende moskeeën in de stad veel te gematigd vonden. De jongens die hij sprak, deden in alle opzichten denken aan Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh. Ze bewogen zich voort in een parallelle werkelijkheid, er bestond geen enkel contact met de door hun gehate heidense buitenwereld. Hoewel ze de Belgische staat niet erkenden, hadden ze er geen probleem mee een uitkering te accepteren. Van Amerongen wilde meer begrijpen van de Belgische kamikaze Muriel Degauque (1967). Degauque, een op het eerste gezicht alledaags meisje uit een troosteloze voorgemeente van Charleroi, stierf toen ze zich in november 2005 samen met haar echtgenoot Issam Goris, probeerde op te blazen in Baquba. De aanslag mislukte want voor ze haar gordel tot ontploffen kon brengen, werd ze uitgeschakeld door een salvo politiekogels. Uit de stempels in de pas - met een foto van Degauque zonder sluier - bleek dat ze met haar man per auto via Turkije en Syrië naar Irak was gereden. Muriel Degauque ging de geschiedenis in als de eerste blanke Europese martelares van Al Qaida. Haar graf bevindt zich nu ergens in Irak. Van een ruige meid die alles deed wat God verbood, was ze in een radicale moslima veranderd. In Brussel: Eurabia probeert Van Amerongen tot de ingewikkelde psychologie van de Waalse terroriste door te dringen, daarbij niet onder stoelen of banken stekend dat hij een soort familiale sympathie voor haar op is gaan vatten.
"Net als Degauque had ik een turbulent leven geleid, vol mislukte relaties, een gebroken huwelijk en buitensporig drank- en drugsgebruik. Beiden hadden we in een kwetsbare fase van ons leven een broer verloren en sindsdien een buitengewone belangstelling voor de islam ontwikkeld. Degauque zocht een morele houvast, die ik op een bepaald punt in mijn leven ook zocht. De weg van de onwrikbare waarheid waar geen plek is voor twijfel of verleiding. Inderdaad wilde ik weten of ik als compulsieve persoon die er een bandeloos leven op nahield, vatbaar was voor de radicale islam. Het was mij al eerder opgevallen dat relatief veel nieuwe moslims in een vorig leven on the edge of life hebben verkeerd, en verzeild zijn geraakt in een wereld van drugs, drank, prostitutie, criminaliteit of - zoals in mijn geval - gewelddadige conflicten in het Midden-Oosten. Richard Reid, de shoe bomber uit Engeland, was een hardnekkige junk en draaideurcrimineel, die in de gevangenis het licht had gezien. Veel verslaafde of criminele Marokkanen keren in de cel terug naar hun wortels. In het woord van de Profeet vinden ze een leidraad terug die ze in de samenleving al dan niet door eigen toedoen kwijt zijn gespeeld. Mijn voormalige heroïneverslaving en de burn-out na mijn laatste oorlogsreportage in Afghanistan, konden mijn bekeringscarrière mogelijk bespoedigen. Maar uiteindelijk ben ik - ondanks heel veel twijfels - niet verder beland dan tot de ophaalbrug van de onwrikbare vesting die de gemeenschap van ware gelovigen van de corrupte buitenwereld scheidt. Tot volledige onderwerping is het niet gekomen. Ik merkte wel dat ik door de spartaanse en ascetische levenswijze een ander denkpatroon kreeg, dat ik minder tolerant werd ten aanzien van rokers of drinkers en Belgen die op slonzige wijze van het leven wilden genieten. Op die manier werd ook ik radicaler, mijn wereld werd steeds kleiner."
Door zijn totale onderdompeling in het Brusselse milieu van de extreme islam en zijn grondige kennis van het klassieke en moderne Arabisch, wist Van Amerongen ook bij achterdochtige bezoekers van de private koranschooltjes respect af te dwingen. Hij werd uitgenodigd voor theesessies waarbij urenlang werd gediscussieerd over de Profeet. Of over minder verheven zaken, zoals over de vraag of iemand die was opgehangen (de Irakese dictator Saddam Hoessein was zopas geëxecuteerd) nog wel naar de hemel kon. Uitnodigingen om de hadj naar Mekka bij te wonen kreeg hij verschillende malen. En als hij zich weer eens zat te verkleumen in een van die "waterkoude lokaaltjes" waar een of andere professor of sjeik voor kwam lezen uit de Hadith, leek hem zo'n bedevaart naar Saoedi-Arabië eigenlijk best een aanlokkelijke gedachte. Of hij op sommige momenten ook met plannen rondgelopen heeft om zich net als Muriel Degauque voor de radicale islam verdienstelijk te maken, antwoordt Van Amerongen ontkennend.
"In de overtuiging van een martelaar kan ik me maar moeilijk verplaatsen, want ik ben te zeer een angsthaas en bovendien houd ik te zeer van het leven. Zelfs op mijn meest devote momenten miste ik de beate waan die godsdienstfanaten zo vastberaden tot hun daden drijft. Ze willen wraak nemen op het aardse leven, en kunnen niet wachten tot de poorten van het paradijs voor hen opengaan. Ik persoonlijk acht de kans klein dat er een hiernamaals bestaat. "
Maar wat het welslagen van mijn volledige bekering tot een radicale moslim het meest in de weg stond, was mijn ongedurigheid. Ik lijd sinds mijn jeugd aan Minimal Brain Damage, ADHD heet dat tegenwoordig. Talent voor de sabr (Arabisch voor geduld), voor islamieten toch een fundamentele deugd, ontbeer ik ten enen male. Mohammed al-Ghazali noemt de sabr (in L'Ethique du Musulman. Les fondements de la morale 'het licht dat de gelovige de weg moet wijzen'.
"Een jaar lang leefde ik als een fanaticus, ik oefende het gebed, leefde zedig, at halal en bleef wars van elke serieuze verleiding. Maar ik bereikte een punt vanwaar ik niet verder kon. Het islamitische milieu waarin ik me in Brussel ophield, wierp mij genadeloos terug op het calvinisme uit mijn jeugd: een vreugdeloos geloof, gespeend van enige humor, met een onbeschrijfelijke angst voor het Opperwezen en het hiernamaals. De kerkgangers uit mijn jeugd waanden zich het uitverkoren volk, net als heel veel moslims in Brussel. En net als de calvinisten zijn ook de Maghrebijnse moslims doodsbang voor intimiteit, erotiek en seks. Er heerst in die kringen een gevoel van morele superioriteit ten aanzien van de Belgen: die zuipen de godganse dag, vreten biggen en neuken erop los. Een andere overeenkomst is het volslagen gebrek aan humor bij orthodoxe moslims en orthodoxe christenen. Er is overigens wel een wezenlijk verschil tussen moslims en de gelovigen van de weerbarstige zandgronden en uitgestrekte bossen op de Veluwe die het decor van mijn jeugd vormden. De islam kent het begrip predestinatie niet. Vrome moslims verheugen zich in dit aardse tranendal voortdurend op het paradijs. De hemelpoorten staan wijd open, als ze zich maar aan de geboden en verboden van de islam houden. Het is het geloof van de zekerheid. Bij calvinisten is dat minder simpel. Ik ben ervan overtuigd dat mijn calvinistische opvoeding een uiteindelijk bekeringscarrière in de weg stond."
De term 'Eurabia' die pontificaal op het omslag prijkt van Van Amerongens boek, geldt in sommige kringen als een nogal omstreden begrip, dat een politieke en culturele inlijving van Europa in de islamitische wereld veronderstelt. In de periode dat hij samen met Loes de Fauw voor het Parool werkte aan zijn reportagereeks over het leven van Marokkaanse jongeren na de dood op Theo van Gogh, deed Van Amerongen nogal schamper over journalisten die de term 'Eurabia' durfden gebruiken. Het was een woord uit de koker van Israëlische perswoordvoerders of neoconservatieve Amerikaanse publicisten, die westerlingen angst aan willen jagen voor het islamitische gevaar dat zich zou hebben ingekapseld in het hart van Europa. Nu, twee jaar later, is de term beland op het voorplat van zijn boek dat zich afspeelt in de politieke hoofdstad van het continent. Hadden die pro-Israëlische propagandisten gelijk, en is Europa, met Brussel op kop, het strijdveld van de jihad geworden?
"Het is onmogelijk dat moslims Europa overnemen, alleen logistiek al. Maar de extremistische moslims zijn wel een splijtzwam geworden binnen de Europese samenleving. De politiek maakt daar dankbaar gebruik van, het lijkt tegenwoordig nog het enige discours te zijn. Het is echter zonneklaar dat bepaalde moslims uit de Maghreb een agenda hebben die op geen enkele manier strookt met gedachtegoed uit het Europa van na de verlichting. Met hun eisen ten aanzien van normen en waarden, en vooral de zeden, gaan ze als minderheid veel te ver. Ik ben het geheel eens met de schrijver Malek Chabel, die ik gretig citeer in mijn boek, als zou de islam in Europa ten prooi zijn gevallen aan een sociale regressie die de nadruk legt op de moraal en de seksualiteit verzwijgt."
Vooruitstrevende Belgen zullen niet blij zijn met uw boek. En de meeste moslims al helemaal niet. Bent u bang om naar Brussel terug te keren?
"Ik wist dat ik moest vertrekken voor het milieu waarin ik vertoefde van de komst van mijn boek op de hoogte zou zijn. Dat moment kwam afgelopen zomer. Ik vertrok naar Zuid-Amerika toen de eerste geruchten over mijn 'verraad' zich begonnen rond te zingen. De verontwaardiging, die zich recentelijk heeft vertaald in een aanklacht wegens racisme, gaat in wezen niet zo diep als het lijkt. Van mijn voormalige broeders en zusters uit de moslimgemeenschap zal vrijwel niemand de moeite willen doen om kennis te nemen van de inhoud van mijn boek. Onze leermeester op de Al Khaira-academie heeft het er destijds grondig ingehamerd: gelovigen hebben aan één Boek genoeg."
Uit uw boek blijkt dat uw sympathie voor de moslims abrupt omslaat. Wat weet u zich nog van deze ommekeer te herinneren?
"De prijswinnende serie Kasba Amsterdam, was wat mij betreft en achteraf gezien eenzijdig positief en optimistisch. Aan het eind van mijn verblijf in Brussel verstomde mijn positieve geluid, de schellen vielen als het ware van mijn ogen. Ik heb ruim vijftien jaar positief over de islam en de multiculturele samenleving geschreven, maar de tijden zijn veranderd. Moderne moslims, als die al bestaan, houden altijd zalvende praatjes over de mogelijkheid van een Europese islam. Maar in Brussel zag ik enkel getto's vol moslims met middeleeuwse opvattingen die op geen enkele manier in contact staan met de Belgische samenleving. Sterker nog, ze verachten die samenleving. Ook in Brussel verkondigden die moderne moslims tegen de buitenwereld dat de islam het geloof van liefde is, het geloof van vrede. Maar binnenshuis predikten diezelfden de haat en de jihad tegen hun gastland. Elke vorm van spiritualiteit is hun vreemd, ze belijden de catechismus-islam. Mijn moeder zou ze farizeeërs hebben genoemd, bikkelharde schriftgeleerden. De nieuwe generatie Brusselse moslims verwerpt de prachtige islamitische cultuur die in veertien eeuwen tot stand is gekomen. Ze zijn geobsedeerd door verboden. Wie is het strengst in de leer?"
Afgelopen zomer zette Van Amerongen een punt achter zijn missie in Brussel. Hij pakte zijn biezen en verhuisde naar Paraguay, waar hij tegenwoordig als misdaadverslaggever werkt voor de krant ABC. Toen bekend werd dat hij naar Zuid-Amerika was vertrokken, schreef een kritische redacteur van het dagblad Le Soir, Frederic Chardon, in een krantencommentaar: "Het schijnt dat onze Bataafse racist Brussel verruild heeft voor het oerwoud van Latijns-Amerika. Qu'il y reste!"
Doet het u wat, dat u door diverse Marokkaanse organisaties bent aangeklaagd wegens racisme?
"Dat was naar aanleiding van een televisie-interview op TV Brussel, waarin ik onverbloemd zei waar het op stond. Blijkbaar is het voor antiracismebewegingen in België een probleem om überhaupt kritiek te uiten op de extreme islam. Het islamdebat in dit land wordt beheerst door angst en politieke correctheid. Als je het over criminele of salafistische Marokkanen hebt, word je meteen als fascist weggezet. Ik wil niet dat de klok wordt teruggezet naar de jaren vijftig, als het gaat om normen en waarden. De strenge islam is geobsedeerd door kuisheid, zoals het christendom bij ons decennia geleden. Het is te gek voor woorden dat een islamitische minderheid bepaalt wat wij wel en niet mogen zien. Een schrijnend voorbeeld is de drietalige thema-avond rond Arabische liefdespoëzie die de Beursschouwburg in Brussel onlangs hield. Schrijver Hafid Bouazza zou enkele door hem vertaalde klassieke erotische gedichten voordragen. De organisatie verbood hem om die gedichten in het Arabisch voor te lezen, want dat zou choquerend voor het publiek zijn. What's next? Boekverbrandingen?"
In Brussel zag ik enkel getto's vol moslims met middeleeuwse opvattingen die op geen enkele manier in contact staan met de Belgische samenleving. Sterker nog, ze verachten die samenlevingBrussel is wel degelijk een sluimerend bolwerk van moslimextremisten. De Belgische gevangenissen zitten vol met terroristen Arthur van Amerongen Brussel: Eurabia Atlas, Amsterdam, 160 p., 18,50 euro.