Nogal wat burgers denken dat we alles mogen zeggen en vragen in het parlement. Nope. We moeten 'vragen' of we de 'vraag' mogen stellen aan de minister. Hieronder een bloemlezing van ingediende vragen door mij op mediavlak en de antwoorden waarom het niet mag/kan...
+ Geachte heer Verstrepen, Op 6 december 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, over de ioverlapping tussen Studio Brussel en MNM.. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat er in de maanden januari, februari en maart in de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media een groot aantal hoorzittingen zullen georganiseerd worden ter voorbereiding van het afsluiten van een nieuwe beheersovereenkomst van de VRT. De voorzitter wenst geen voorafname te doen op de debatten die zullen worden georganiseerd. Hij stelt voor om het onderwerp van uw vraag om uitleg in te brengen in de discussies.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 8 december 2010 diende u een vraag om uitleg nr. 693 in, gericht aan minister Lieten, over de diversiteit binnen de waarderingsmonitor van de VRT. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat het diversiteitsbeleid van de VRT reeds op 24 november in de Plenaire Vergadering werd behandeld. Uw vragen 1 en 2 over de samenstelling van een panel van 5000 mensen zijn eerder aanvullend op deze discussie en vooral technisch van aard, zodat ze beter schriftelijk aan de minister worden voorgelegd.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 4 november 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, over het protest tegen de nieuwssites van de VRT. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat de beoordeling van deze vraag om uitleg werd uitgesteld om voorrang te geven aan de begrotingsdebatten. Daarbij werd vastgesteld dat ode rol van de openbare omroep op het internet in de beleidsbrief Media aan bod is gekomen, evenals in de begrotingsdebatten zelf. De voorzitter is dan ook van mening dat uw vraag om uitleg zonder voorwerp is geworden.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 16 november 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, over de uitstroom van 293 medewerkers bij de VRT. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat de beoordeling van deze vraag om uitleg werd uitgesteld om voorrang te geven aan de begrotingsdebatten. Daarbij werd vastgesteld dat de uitstroom van personeelsleden bij de VRT aan bod is gekomen in de begrotingsdebatten, evenals in de gesprekken die de commissie voerde met de top van de VRT. De voorzitter is dan ook van mening dat uw vraag om uitleg zonder voorwerp is geworden.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 16 november 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, over de toekomst van DAB-signalen. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat de beoordeling van deze vraag om uitleg werd uitgesteld om voorrang te geven aan de begrotingsdebatten. Daarbij werd vastgesteld dat het gebruik van DAB-signalen door de VRT ruim aan bod is gekomen in de begrotingsdebatten. De voorzitter is dan ook van mening dat uw vraag om uitleg zonder voorwerp is geworden.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 14 december 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, over het rapport van de VRM over Mediaconcentraties in Vlaanderen. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. Zoals u weet werd dit onderwerp in de Plenaire Vergadering van 15 december besproken naar aanleiding van een actuele vraag van de heer Wienen. Hierdoor is uw vraag om uitleg zonder voorwerp geworden. Op vraag van de commissievoorzitter werd intussen aan de VRM voorgesteld om hun rapport Mediaconcentraties in januari 2011 voor te stellen in de commissie. Er werd tevens gevraagd om bij deze gelegenheid toelichting te geven bij hun standpunt inzake het openstellen van de netwerken van telecomoperatoren voor de concurrentie.
+ Geachte heer Verstrepen, Op 13 december 2010 diende u een vraag om uitleg in, gericht aan minister Lieten, 'over de sympathieën van het Fonds Pascal Decroos voor Wikileaks'. Deze vraag werd, overeenkomstig artikel 80, 3, van het Reglement, voorgelegd aan de commissievoorzitter. De voorzitter wijst erop dat het buiten de verantwoordelijkheid van de minister valt om na te gaan of de onderzoeksjournalistiek van Wikileaks spoort met wat het fonds Pascal Decroos promoot (uw vraag nr. 1). Dit geldt eveneens voor het nagaan of de vermeende persoonlijke relatie van dhr. Debruyne met Julian Assange geen imagoprobleem oplevert voor het fonds Pascal Decroos (uw vraag nr. 2). De voorzitter heeft uw vraag om uitleg dan ook als niet ontvankelijk beoordeeld.