Hier gaan we weer. Alweer een blunder. Ik ben niet meer te spreken over de vrijblijvende aankondigingspolitiek van Vlaams mediaminister Lieten. Lieten’s aankondiging dat de VRT een derde tv-kanaal krijgt en dat dit een kinder- en jongerenzender wordt, blijkt immers volkomen voorbarig te zijn. Ten gronde ben ik van oordeel dat het creëren van een derde VRT-kanaal financieel niet haalbaar en bovendien niet wenselijk is.
Ik begrijp niet dat de meerderheid disrespect in politiek in regering en parlement door Lieten elke keer door de vingers ziet. Vlaams minister Lieten was blijkbaar eens te meer van oordeel dat ze met niemand rekening hoefde te houden en dat ze de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement, evenals tal van relevante media-actoren, via een aankondiging in HUMO, doodleuk voor voldongen feiten kon plaatsen en daarbij bovendien de Europese ‘Omroepmededeling’ aan haar laars kon lappen. Na onder meer de beton- en teflonstory is dit de zoveelste onverkwikkelijke episode in een ministerieel mandaat dat stilaan de allures begint aan te nemen van een Guust Flater-verhaal.
De VRT raamt de kostprijs van het op te richten derde kanaal op 4 à 4,5 miljoen euro. De VRT-raming voor het oprichten van de nieuwe zender is volkomen ongeloofwaardig, als je weet dat de kostprijs op jaarbasis van een serie die op werkdagen wordt uitgezonden al gauw een slordige 7,5 miljoen euro bedraagt. Hoe dan ook, indien alsnog de beslissing zou worden genomen om een derde VRT-zender te creëren, staat deze beslissing haaks op de zware besparingen die de VRT moet doorvoeren.
Het is bovendien volkomen onbegrijpelijk dat er via dit bijkomend kanaal een kinderen- en jongerenzender zou worden uitgebouwd omdat, voor wat betreft deze doelgroep, ‘Ketnet’ nog steeds de onbetwiste marktleider is. Indien er alsnog voor het opstarten een aparte kinderen- en jongerenzender zou worden geopteerd, is de enige logische uitleg die ik kan bedenken het kapot concurreren van de commerciële kinderzenders. Een andere logische uitleg is er immers niet.
